De
wetenschappelijke naam 'Garrulus glandarius' is vrij te vertalen als
'voortdurend krassende eikelzoeker' en dat typeert de gaai uitstekend. In
de winter althans, want in het broedseizoen zijn gaaien opvallend stille
vogels. Daaraan voorafgaand echter zijn het echte lawaai(pape)gaaien die
als een bezetene krijsend door de bomen achter elkaar aanzitten.
Gaaien zijn
bekend om de prachtige, opvallende blauw-zwart gestreepte vleugelbocht.
Van oorsprong zijn gaaien vrij schuwe bosvogels maar net als merels en
kool- en pimpelmezen, zijn ook gaaien hun horizon gaan verbreden en nu
volop te vinden in parken en stadsrandzones. Het voedsel van gaaien
bestaat voornamelijk uit insecten, aangevuld met eieren en jongen van
onoplettende zangvogels. 's Winters eten gaaien vooral eikels maar ook
beukennootjes, granen (mais), fruit en andere eetbare zaken die ze voor de
bek komen. Gaaien hebben in bosgebieden de functie van indringer-alarm;
veel (zoog)dieren reageren op de alarmroep van gaaien en verbergen zich
voor het naderende onheil. Vaak zijn dat goedbedoelende wandelaars, maar
ook voor katten wordt gealarmeerd.
|