De
roep van de Blauwborst is een kort 'tek'. De zang, vaak in baltsvlucht, is
een gevarieerd, liefelijk muzikaal wijsje, vrij hoog.
De Blauwborst is
iets kleiner dan een Mus. Er zijn twee vormen van de Blauwborst. L.s.
svecica heeft een rode ster op de blauwe borst. Deze soort komt voor in
Scandinavië en Rusland en is in Nederland een zeer zeldzame doortrekker.
De soort die bij ons voor komt is de L.s. cyanecula Deze heeft een witte
ster op de blauwe borst.
Voor de leek is de
Blauwborst een onbekend vogeltje. Dat komt vooral omdat het geen huis- en
tuinvogel is, maar een bewoner van waterrijke gebieden waar ze in wat
zompige terreintjes met een dichte vegetatie waarin wat ijle struiken
voorkomen. Op die plaatsen kan men hem als men de zang kent, ze ook
zingend vinden. Komt voor in moerassige streken met
dichte struikbegroeiing. Het broedgebied van onze
witgesterde Blauwborst reikt van Nederland en België in het westen tot in
Midden-Europa en verder via Polen, Rusland tot in Oost-Siberië.
In de herfst trekt de Blauwborst naar West-Afrika tot
zuidelijk van de Sahara. De roodgesterde richt zich tijdens de trek meer
tot het oostelijke gedeelte van de Middellandse Zee. Op de trek die in het
voorjaar in april en mei plaatsvindt en in het najaar van augustus tot in
september, zijn ze trouwens ook slechts in moerassige streken aan te
treffen.
Aantal in Nederland:
9.000-11.000 broedparen (2000)
|
Noord-Brabant, april 2021
Noord-Brabant, april 2020
Vrouwtje, Noord-Brabant, april 2020
Noord-Brabant, april 2010
Noord-Brabant, mei 2008
Noord-Brabant, april 2010
Zuid-Holland, april 2008
Biesbosch, mei 2008
Biesbosch, mei 2008
|