Iets kleiner dan de Drieteenstrandloper. Het variabele kleed en
grootte levert vogelwaarnemers soms wel eens problemen. De Franse naam 'Bécasseau
variable' duidt hier ook al op.
Ze broeden vrijwel in
alle gebieden rondom de Noordpool
Zeer zeldzame broedvogel,
talrijke doortrekker, wintergast en zomergast. In de 19de eeuw was het in
ons land een zeldzame broedvogel. Na de afsluiting van de Zuiderzee en de
geleidelijke verzoeting van het IJsselmeer nam het aantal broedgevallen
jaarlijks af tot tegenwoordig nul tot vijf broedparen, maar ons land ligt
dan ook in het uiterste zuiden van het broedgebied.
Tegenwoordig rijst vaak
de vraag of de enorme troepen vogels op de wadgebieden wel genoeg voedsel
kunnen vinden om een zodanige vetreserve op te kunnen bouwen om verder te
kunnen trekken naar de overwinteringgebieden, respectievelijk
broedgebieden. Overwintering vindt in kleinere aantallen bij ons ook
plaats en het is de vraag of dit altijd wel vrijwillig is of
noodgedwongen.
De Bonte Strandloper kan
in enorme aantallen in Nederland voorkomen. In de Waddenzee en in de Delta
komen tot enige honderdduizenden Bonte Strandlopers voor. In het najaar en
in het voorjaar zijn in verhouding geringe aantallen van de ondersoorten
schinzii en arctica aanwezig. De talrijkste ondersoort is alpina en dat is
de enige die ook in Nederland overwintert. Veel trekken door tot in
West-Afrika.
|