Bonte strandloper, Calidris alpina / Dunlin

Friesland, augustus 2007


Adult zomerkleed



Iets kleiner dan de Drieteenstrandloper. Het variabele kleed en grootte levert vogelwaarnemers soms wel eens problemen. De Franse naam 'Bécasseau variable' duidt hier ook al op.
Ze broeden vrijwel in alle gebieden rondom de Noordpool

Zeer zeldzame broedvogel, talrijke doortrekker, wintergast en zomergast. In de 19de eeuw was het in ons land een zeldzame broedvogel. Na de afsluiting van de Zuiderzee en de geleidelijke verzoeting van het IJsselmeer nam het aantal broedgevallen jaarlijks af tot tegenwoordig nul tot vijf broedparen, maar ons land ligt dan ook in het uiterste zuiden van het broedgebied.

Tegenwoordig rijst vaak de vraag of de enorme troepen vogels op de wadgebieden wel genoeg voedsel kunnen vinden om een zodanige vetreserve op te kunnen bouwen om verder te kunnen trekken naar de overwinteringgebieden, respectievelijk broedgebieden. Overwintering vindt in kleinere aantallen bij ons ook plaats en het is de vraag of dit altijd wel vrijwillig is of noodgedwongen.

De Bonte Strandloper kan in enorme aantallen in Nederland voorkomen. In de Waddenzee en in de Delta komen tot enige honderdduizenden Bonte Strandlopers voor. In het najaar en in het voorjaar zijn in verhouding geringe aantallen van de ondersoorten schinzii en arctica aanwezig. De talrijkste ondersoort is alpina en dat is de enige die ook in Nederland overwintert. Veel trekken door tot in West-Afrika.



Adult winterkleed


Noord-Holland, oktober 2010