Dodaars, Tachybaptus ruficollis / Little Grebe

Lesbos, mei 2009


Adult met jong



Nog behoorlijk veel kleiner dan een Waterhoentje

Dodaarzen zijn broedvogels van ondiepe en beschutte wateren. Duinmeren, uiterwaarden, vennen en brede sloten zijn geliefde broedplaatsen. Het drijvende nest ligt in riet of ruigte aan de waterkant. Dodaarzen leven van waterinsecten, schelpdieren en kleine visjes. In de broedtijd vormen insecten het grootste deel van het menu.

Nederland wordt ook wel gebruikt als winterverblijfplaats door noordelijke Dodaarzen. De soort staat op de Rode Lijst vanwege de duidelijke afname van het aantal broedparen in ons land. Wel is in de jaren negentig een herstel opgetreden.

Broedende dodaarzen zijn schuw en daardoor moeilijk te tellen, hetgeen het volgen van de aantal ontwikkeling er niet eenvoudig op maakt. Duidelijk is wel, dat de soort vooral in het westen des lands (o.a. in de Zaanstreek) flink in aantal was afgenomen. In het oosten leek de stand eerder stabiel. De totale Nederlandse populatie bedroeg 1500-2000 paar in de jaren zeventig, terwijl begin jaren negentig niet meer dan 1000-1300 paren tot broeden kwamen.

De belangrijkste oorzaken voor de afname van de dodaars zijn de slechte waterkwaliteit als gevolg van inspoeling van meststoffen en verstoring tengevolge van water- en oeverrecreatie. Verbetering van de waterkwaliteit is de belangrijkste maatregel. Het uiterst voedselrijke water dat via de landbouwgronden in sloten, vaarten en meren terecht komt, leidt tot een sterke toename van voor dodaarzen als voedselbron ongeschikte witvis-soorten. Bovendien verarmt de onderwater-vegetatie én de daarbij horende rijkdom aan waterinsecten en weekdieren. De vertroebeling van het water (vaak verergerd door karpers) maakt het voor een oogjager als de dodaars extra moeilijk om de toch al minder talrijk aanwezige prooien op te sporen. Ook een onnatuurlijk waterpeilbeheer (laag in de winter en hoog in de zomer) leidt tot een afname van geschikte broedgelegenheid. In een aantal regio's lopen momenteel projecten van milieufederaties en/of waterschappen, die verbetering van de waterkwaliteit tot doel hebben. Gepleit moet worden voor het tegengaan van betreding van - delen van - oevers van geschikte wateren in de broedtijd, van maart tot begin juni. Het schonen van sloten en vaarten en het branden of maaien van oevervegetatie vlak voor of in de broedtijd dient voorkomen te worden

Aantal broedparen in Nederland 1.000-1.300 (2004)



Portugal, maart 2010


Winterkleed, december 2009 (zeeland)


Lesbos, mei 2009


Lesbos, mei 2009 / kuiken


Oostvaardersplassen, juli 2005


Dodaars in winterkleed


Dodaars in winterkleed


Spanje, maart 2008 / Dodaars met een garnaal