Duinpieper, Anthus campestris / Tawny pipit

Lesbos, april 2013


 



Duinpiepers zijn op de grond levende vogels van warme en droge, ongecultiveerde open gronden. Het voedsel bestaat vooral uit insecten. Van alle piepers zijn het de meest zandkleurige, dus de herkenning is niet zo lastig als van sommige andere piepers. Het zijn trekvogels, die overwinteren in de Sahel (de savanne ten zuiden van de Sahara).

Rond 1900 was de duinpieper een schaarse maar verspreid voorkomende broedvogel van stuifzanden, heidevelden met open plekken en open duin. Vermoedelijk ging het om enkele honderden broedparen. Door grootscheepse bosaanplant op en grotere menselijke bemoeienis met de 'woeste gronden' nam het aantal duinpiepers af en verdween de soort uit de duinen en het noordoosten des lands. Rond 1975 waren nog 100-150 paar over. Daarna slonk het bestand tot 70-110 begin jaren tachtig en 60-80 paar rond 1990. De belangrijkste gebieden bevinden zich op de Veluwe (met name het Kootwijkerzand) en het Brabants-Limburgse grensgebied.

Aantal broedparen: 0-1 (2005-2008)



Noord-Brabant, september 2012