De dwerguil is de
kleinste in Europa broedende uil. Zij zijn 15 tot 19 centimeter lang, en
wegen 55 tot 85 gram. Dwerguilen broeden in Scandinavië, Rusland en in
het midden en hooggebergte in centraal Europa. Onder andere in Duitsland
wordt echter ook in laaggelegen gebieden gebroed en de soort breidt zich
langzaam uit in noordwestelijke richting. Tot iets meer dan 100 kilometer
van de Nederlandse grens broeden inmiddels Dwerguilen. Dwerguilen zijn
winterharde standvogels, die zich kunnen handhaven in extreme kou en bij
grote hoeveelheden sneeuw. Jonge vogels zwerven uit.
In Nederland is de dwerguil
een zeer zeldzame dwaalgast, met t/m februari 2008 een drietal gevallen.
Het heeft er alle schijn van dat deze gevallen hun oorsprong vinden in de
uitbreiding van het broedgebied omdat alle drie de gevallen plaatsvonden
na 2000. Er zijn twee gevallen voor Friesland, en één geval voor
Noord-Brabant.
|