De
Engelse kwikstaart werd lange tijd beschouwd als één van de vele
ondersoorten van de Gele kwikstaart (Motacilla flava), maar is hiervan
recent afgesplitst. Mannetjes van de Engelse kwikstaart hebben een geheel
gele kop (of soms met groene kruin
en achterkop, en heldergele wenkbrauwstreep),
Gele kwikstaart-mannetjes hebben - verwarrend, wellicht - grijs op de kop.
De Engelse kwikstaart broedt in open landschappen (de bollenstreek).
Broedt zowel in vochtige graslanden als
op akkers. Bij voorkeur foerageren ze in lage vegetatie of op de grond. Ze
rennen en fladderen achter allerlei insecten aan.
In Nederland een zeer
schaarse broedvogel en schaarse doortrekker.
De
broedaantallen zijn sterk afgenomen. In de bollenstreek is het aantal
geschikte broedplaatsen toegenomen maar zijn de aantallen afgenomen. Dit
houdt waarschijnlijk verband met de achteruitgang van de soort in
Engeland. In Engeland worden veel graslanden omgezet in bouwlanden.
Aantal broedparen in
Nederland: 40 - 80 paar
|