De gele poten van de
geelpootmeeuw zijn het beste onderscheidt met de in Nederland veel
algemenere zilvermeeuw. Net als de zilvermeeuw heeft ook de volwassen
geelpootmeeuw een lichtegrijze rug en een witte kop, borst en onderzijde.
In de vlucht is te zien dat de vleugels van de geelpootmeeuw langer zijn,
en meer zwart rond de punten hebben dan de vleugels van de zilvermeeuw.
Het mannetje is van het vrouwtje te onderscheiden door de iets langere
staart van de eerste. Onvolwassen vogels hebben een grijsbruine rug, en
een verenkleed dat grotendeels bezet is met donkere vlekken. De vlekken
verdwijnen slechts langzaam, zodat de vogel pas na vier jaar het volwassen
verenkleed draagt.
De geelpootmeeuw is sterker dan de zilvermeeuw gebonden aan de kust. Het
broedgebied bevindt zich voornamelijk rondom de Middellandse-Zee, maar de
vogels laten zich voornamelijk in de winter geregeld in West-Europa zien.
|