De gierzwaluw lijkt op
een zwaluw, maar behoort niet tot de vogelfamilie van de zwaluwen. De
vogel onderscheidt zich onder meer van zwaluwen door de langere vleugels
en door een andere manier van vliegen.
De vogels broeden meestal op gebouwen in steden, maar zoeken het voedsel
voor de jongen tot op enige honderden kilometers van het nest. Door de
lange vleugels is de gierzwaluw erg wendbaar en in staat om snelheden tot
160 kilometer per uur te halen. Het voedsel bestaat uit insecten die al
vliegend gevangen worden, drinken doet de vogel door al vliegend
regendruppels uit de lucht te happen.
De wetenschappelijke naam van de gierzwaluw is Apus apus, wat 'zonder
poten' betekend, de poten van de gierzwaluw zijn dan ook nauwelijks
ontwikkeld. De poten worden ook nauwelijks gebruikt, want behalve tijdens
de broedperiode verblijft de gierzwaluw voortdurend in de lucht. De nacht
wordt zwevend doorgebracht op een hoogte van enkele kilometers. De
gierzwaluw is één van de weinige vogels die zelfs in de lucht paren
|