GoudplevierPluvialis apricaria / Golden Plover         

Zweden, juli 2007



Mannetje zomerkleed



L 31 cm. In het winterkleed ontbreekt de zwarte borstvlek.
Deze fraaie plevier broedt onder meer op IJsland, Fenno-Schandinavië, Noord-Rusland, Schotland en in de Oost-zeelanden. Hij bewoont daar de schaars begroeide toendra, hoogveenmoerassen en heidevelden.

De Goudplevier behoort tot die vogelsoorten die met de vorstgrens meetrekken en hun trekbewegingen dan ook sterk laten beïnvloeden door vorst en sneeuwval. Het voedsel wordt onbereikbaar, dus dan moeten ze wel verder trekken. In het voorjaar volgen ze vaak de sterk wisselende dooigrens. In Nederland overwintert de Goudplevier in grote aantallen. Het geconstateerde maximum bedroeg ca 400.000 exemplaren in de maand november van 1976 en 1978. De bij ons doortrekkende Goudplevieren overwinteren in Groot-Brittannië, West-Frankrijk, het Iberisch schiereiland en Marokko. Juni is de maand met de kleinste aantallen Goudplevieren en het aantal loopt dan langzaam op naar het maximum in november. In het voorjaar vinden we de hoogste aantallen in maart en april. Het overzomeren van kleine groepjes of paren schijnt regelmatig voor te komen.

Het verlies van zijn biotoop is er de oorzaak van dat de Goudplevier in Nederland geen broedvogel meer is. Het laatste broedgeval van de Goudplevier in Nederland werd in 1974 vastgesteld bij Budel en dat was de eerste keer na het broedgeval bij Fochteloo in 1937. Wellicht dat het Plan Goudplevier in Drenthe in de toekomst weer mogelijkheden biedt voor de Goudplevier. In België zijn in 1980 en 1981 broedgevallen vastgesteld.





Zweden, juli 2007


Winterkleed / Texel, september 2006


Texel, oktober 2008


Texel, oktober 2007