Grauwe kiekendieven zijn
van oorsprong vogels van diverse open landschapstypen, zoals duinen,
rietvelden, grote oppervlaktes heide en hoogvenen. Tegenwoordig broeden
grauwe kiekendieven in Nederland op akkerlanden met luzerne, wintertarwe
of koolzaad. Het voedsel bestaat uit kleine gewervelden - vooral muizen en
kleine zangvogels - en insecten. Het wordt vaak op grote afstand van het
nest verzameld.
De grauwe kiekendief is
een trekvogel die in tropisch Afrika overwintert. Veel vogels verblijven
tijdens de broedtijd in Rusland en Wit-Rusland. Een groot deel van de
Europese broedvogels broedt in Frankrijk en Spanje. In Nederland zijn
Oldambt (Groningen), het Lauwersmeer en Zuid-Flevoland kerngebieden.
De grauwe kiekendief is
in de loop van de twintigste eeuw gestaag in aantal afgenomen. Rond 1900
waren er tussen de 500 en 1000 paar. In 1950 nog 250 paar en in 1980
nauwelijks 50 paar. Het absolute dieptepunt lag halverwege de jaren
tachtig. Daarna groeide het aantal gestaag en voorzichtig tot 29 paar in
1998. De stijging heeft zich doorgezet naar 45 in 2000, waarvan 31 in
Oldambt. De grauwe kiekendief staat op de Nederlandse Rode Lijst.
|