De
grote karekiet is een typische rietbewoner met een stevig postuur. Van
alle rietzanger-achtigen is de grote karekiet het meest gebonden aan flinke
oppervlakten stevig, overjarig riet aan de rand van open water. Dat heeft
vooral te maken met het zware nest, dat door jong riet of andere vegetatie
niet gedragen kan worden. Grote karekieten leven van middelgrote insecten
en slakken, die liefst in dichte, kruidenrijke vegetatie verzameld worden.
Het zijn trekvogels, die de winter doorbrengen in tropisch Afrika.
In
de eerste decennia van de vorige eeuw bedroeg het Nederlandse broedbestand
waarschijnlijk vele duizenden paren. Al vanaf de jaren vijftig wordt
gesproken van een afname, en rond 1975 is het bestand geslonken tot
1200-1600 paar. Nadien heeft de afname zich onverminderd voortgezet, tot
een aantal van 400-450 paar in 1992. De moerassen van Noordwest-Overijssel
zijn het belangrijkste overgebleven broedgebied.
Aantal
broedparen in Nederland 250-300
|
Zuid-Holland, mei 2009
Zuid-Holland, mei 2009
Zuid-Holland, mei 2009 /
vrouwtje
Biesbosch, mei 2008
Biesbosch, mei 2008
Biesbosch, mei 2008
|