De houtduif en de turkse
tortel, die kent bijna iedereen. De holenduif
echter is een stuk minder bekend, minder algemeen en vooral minder
opvallend. In gebieden waar boerderijen, akkers, weilanden en bossages
elkaar afwisselen vindt de holenduif
het meeste van zijn gading. Het nest wordt gemaakt in een holte, maar
daartoe kunnen allerlei plekken dienstdoen. Konijnenholen, nestkasten,
boomholten en holten in gebouwen. De potentiële reproductie van
holenduiven is bovendien erg hoog, tot wel vier legsels per jaar kunnen
worden grootgebracht. Veel broedpogingen komen echter tot een voortijdig
einde door toedoen van katten, eekhoorns, marterachtigen en andere
liefhebbers van duiveneieren.
De holenduif
komt in het Centrale en Westelijk deel van het Palearctisch gebied voor.
De grootste aantallen zijn te vinden in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland
en Spanje, maar Nederland staat toch op de vierde plaats. De dichtheden
van de holenduif zijn in Nederland en
België bijzonder hoog.
De grootste aantallen
holenduiven bevinden zich in het 'traditionele' agrarische gebied, met
verspreid staande boerderijen, akkers en bossen: Noord-Brabant,
Gelderland, Overijssel en Drenthe.
|