Dit is een grote
robuuste leeuwerik, 17,5 tot 20 cm lang. De bovendelen zijn
gestreept grijsachtig beigebruin en de onderdelen zijn wit met fijne
strepen op de borst en een zwarte halve maan die de kraag vormt.
Opgerichte kruinveren geven de indruk van een kleine kuif. De
buitenste staartpennen zijn wit. De grootte gaat van 18 tot 20 cm,
met deze lengte behoort hij tot de robuuste onder leeuweriken. De
snavel is groot en heeft een hoornachtige kleur. De
Kalanderleeuwerik leeft op graslanden en graanvelden en geeft dus de
voorkeur aan agrarisch gebied.
Deze soort broedt in
gebieden rond de Middellandse zee, oostwaarts van Turkije tot in
noorden van Iran en het zuiden van Rusland.
Zijn natuurlijke
voeding bestaat in de winter uit zaden, kevers en andere insecten
worden gegeten bij het voederen van jongen in het broedseizoen.