De roep van de Keep is gemakkelijk van de Vink te onderscheiden, het is
een eentonige, harde roep die klinkt als 'kjèp', waaraan ze ook hun naam
hebben te danken. Af en toe vindt er wel eens een broedpoging in Nederland
plaats en dan is ook de zang te horen.
Voor sommigen valt de
Keep niet op, omdat de vogel op het eerste gezicht veel op de Vink lijkt.
Bij het opvliegen vertoont de Keep echter heel opvallend de helderwitte
stuit. Ze worden niet voor niets ook wel Oranjevink genoemd, omdat ze een
oranje borst hebben en ook oranje op de vleugels vertonen. Mannetjes
hebben in het voorjaar een prachtige zwartglanzende kop, die men aan het
einde van de winter al door slijtage van de veerranden door ziet komen.
De Keep is een broedvogel
uit Scandinavië en Noordoost-Europa die tijdens de trektijd in september
en november samen met de Vinken in Nederland in wisselend aantal voorkomt.
Dat hangt samen met de weersomstandigheden en de voedseltoestand in het
hoge noorden. Wanneer in West-Europa de Beuken een goede zaadoogst hebben,
blijven ze soms wat langer bij ons hangen en dan verzamelen ze zich vaak
met Vinken in enorm grote groepen. Dat is echter niet altijd zo. In 1995
waren in Nederland veel beukennootjes, maar toch lieten de Kepen toen
merkwaardigerwijs verstek gaan.
Komt voor in Nederland
als : Doortrekker en wintergast. Groepjes Kepen blijven in Nederland soms
overwinteren en bij strenge kou en sneeuw kunnen ze voerplekken en
voedertafels in tuinen bezoeken.
Deze hoognoordelijke
broedvogels hebben in Nederland dezelfde voedselgewoonten als de Vink.
Platgereden beukennootjes op wegen waar oude beukenbomen staan, zijn vaak
er aantrekkelijk, vooral als het wat heeft gesneeuwd. Er vallen dan onder
de Kepen in sommige jaren massa's verkeersslachtoffers. Vogelliefhebbers
zorgen er dan vaak voor dat het verkeer wordt gewaarschuwd door middel van
waarschuwingsborden om wat snelheid te verminderen.
Aantal broedparen in
Nederland: 8 broedparen (1998)
|