De kleine strandloper broedt in het noorden van Lapland en overwintert in
het zuiden van Afrika. Onderweg gebruikt de vogel, vooral tijdens de najaartrek, slikkige gebieden in
West-Europa om bij te komen.
De vogel heeft geen voorkeur voor zoutwater- of zoetwatergebieden en eet allerlei
dierlijk materiaal. In Nederland komen de vogels dan voor in de Oostvaardersplassen, het Lauwersmeer, het
IJsselmeer, het westelijke Waddengebieden en het Deltagebied.
|