Rond de eeuwwisseling kwam de kuifeend als broedvogel in Europa nog amper
voor. Door klimaatsveranderingen, eutrofiëring van oppervlaktewateren en
door verlies aan broedgebieden in Oost-Europa en Azië heeft de soort zich
nu weten uit te breiden in bijna geheel Europa. Hij broedt op allerlei
zoete voedselrijke wateren met wat begroeiing, maar zoekt buiten het
broedseizoen open en redelijk diep water. Vergezeld van kuifeenden die
noordelijker broeden, overwinteren veel eenden voor het Deltagebied (10 -
15% van het totaal aantal overwinterende kuifeenden in Nederland) en op
het IJsselmeer (65 - 75%).
Kuifeenden leven
voornamelijk van driehoeksmosselen die ze al duikend opvissen. De vogels
kunnen tot zo'n vijftig meter duiken. Vóór de duik nemen ze een
aanloopje door uit het water te springen. Onder water gebruiken ze hun
vleugels om te zwemmen.
In Nederland broeden
jaarlijks rond de 7500 en 10.000 paren.
Jaarlijks sterven zo'n
12.000 kuifeenden op het IJsselmeer door verdrinking.
|