Lepelaar, Platalea leucorodia / Eurasian Spoonbill

Texel, april 2015

    


Adult


Lepelaars broeden op slechts enkele plaatsen in Europa, waarvan Nederland de meest noordelijke is. Andere kolonies van enige omvang zijn alleen te vinden in Zuid Spanje en Oostenrijk. Ze broeden in moerassige gebieden, in dichte rietkragen of in moeilijk bereikbare bomen en struiken.

Lepelaars eten vooral driedoornige stekelbaarzen, maar ook kleine witvissen, grote waterinsekten en garnalen. Ze zoeken hun voedsel op specifieke wijze: wadend door water dat niet dieper mag zijn dan 30 centimeter speuren ze met tastzintuigen aan hun snavel naar hun prooi. Het zijn zomervogels, die via Franse en Spaanse moerassen naar de winterkwartieren langs de West Afrikaanse kust en het gebied ten zuiden van de Sahara trekken.

De lepelaar staat op de Rode Lijst vanwege het geringe aantal broedparen, in combinatie met een beperkte verspreiding en een gebondenheid aan kwetsbaar broedbiotoop. Bovendien broedt het overgrote deel van de West Europese populatie in ons land

In het moerassige en lege Nederland van vroeger tijden was de lepelaar een talrijke broedvogel. De oudste vondsten, bij opgravingen rond Alkmaar, dateren van 580 voor Christus. Door droogmaling van moerassen en bedijken van rivieren en delta's kromp het aantal broedgebieden echter fors in. Al voor 1900 verdwenen de laatste kolonies van meer dan duizend broedparen. Na 1900 kwam het aantal broedparen lange tijd niet boven de 500, met een dieptepunt van 150 paar in 1969. Sindsdien heeft de lepelaar zich voorzichtig hersteld. Rond 1990 werd de 500-paren grens weer gehaald en in 1995 werden zelfs meer dan 700 paren geteld! Belangrijke huidige broedplaatsen zijn de Oostvaardersplassen en de Lepelaarsplassen, grote duinmeren en enkele Waddeneilanden.

Op dit moment zijn de gebieden waar de soort regelmatig broedt goed beschermd. Nieuwe kansen lijken zich vooral voor te doen langs het IJsselmeer en in het oostelijk Deltagebied. Een probleem is dat veel lepelaars hun voedsel halen uit sloten. De waterkwaliteit in die sloten is van groot belang, evenals de mogelijkheid voor trekvissen als de stekelbaars om van de Noordzee in de sloot te kunnen komen. In Noord-Holland zijn daartoe inmiddels speciale vispassages aangebracht. Een ander aandachtspunt is de bescherming buiten de broedtijd. Dan hebben lepelaars te kampen met problemen als afschot, hoogspanningsmasten en de verdroging van belangrijke wetlands als de Cota Doņana in Zuid-Spanje.

Aantal broedparen in Nederland: 1.270 (1998),940 (1999)



Met 3 jongen / Nederland, april 2016


Texel, mei 2010



Juveniel wordt gevoerd door volwassen vogel / Oostvaardersplassen, juli 2008


Juveniel wordt gevoerd door volwassen vogel / Oostvaardersplassen, juli 2008


Juveniel


Adult


Adult


Adult


Adult / Texel, mei 2006


Adult


Juveniel