Sinds
het einde van de jaren 1960 is de nijlgans in Nederland langzamerhand een
gewone verschijning geworden. Enkele ontsnapte vogels wisten zich hier
prima te handhaven. Inmiddels is de nijlgans niet meer weg te slaan uit
Nederlandse natuur- en weidegebieden.
Vogelkenners
waren in eerste instantie erg bang dat de nijlgans zou concurreren met
inheemse soorten. Dat gebeurt wel, maar in tamelijk beperkte mate.
Nijlganzen komen oorspronkelijk uit Egypte (langs de Nijl), en Afrika ten
zuiden van de Sahara. Toch weten ze zich hier uitstekend te handhaven. De
aantallen nemen nog altijd sterk toe; elk jaar produceert ieder paar
gemiddeld 4,3 nieuwe nijlganzen
|