De notenkraker is met
zijn lengte van 32 centimeter iets kleiner dan de Vlaamse gaai. Mannetje
en vrouwtje zien er eender uit. Het dier behoort tot de familie der
kraaien, hoewel je dat aan het uiterlijk niet snel zou zeggen. Het dier broedt in het
zuiden van Scandinavië en Siberië, in de Alpen en in delen van de
Balkan. De drie tot vier eieren worden al in maart gelegd en drie weken
bebroed. Na het uitkomen blijven de jongen nog ruim drie weken op het
nest.
Hoewel het dier
meestal zaden eet, worden ook wel insecten genomen. Het dier bewoont bijna
uitsluitend bossen en de taiga en is in West-Europa een zeldzame
verschijning, hoewel het aantal van jaar tot jaar sterk wisselt.
|