De
Oehoe
is de grootste uil: 2 keer zo groot en 10 keer zo zwaar als een
Ransuil. Ook van de overige ruim tien oehoe-soorten
is Europese Oehoe de grootste: hij
heeft bijvoorbeeld bijna het dubbele gewicht van de Amerikaanse
Oehoe.
Van deze laatste soort onderscheidt de Oehoe
zich doordat hij oranje (soms oranje-gele) ogen heeft. De irissen van
de Amerikaanse Oehoe zijn lichtgeel.
Een mannetje dat een
vrouwtje zoekt, laat zijn kenmerkende oehoe-roep
horen. Het mannetje en vrouwtje blijven hun leven lang bij elkaar. Ze
bewonen het zelfde territorium (tot 80 km2 groot) maar trekken daarbinnen
niet vaak samen op. Het vrouwtje wordt tijdens het broeden door het
mannetje gevoerd.
Door de jacht, verstoring
en landbouwgif is de Oehoe op veel
plaatsen zeldzaam geworden. Dankzij bescherming komt hij op andere
plaatsen wel weer terug. Sinds enkele jaren broedt de
Oehoe
weer in Nederland: in Zuid-Limburg en in Gelderland.
|