Wie
de verrekijker langzaam over een grote groep overwinterende ganzen laat
glijden, kan plotseling oog in oog komen te staan met een prachtige gans.
Een sierlijke tekening in 't verenkleed, een rode wang, hals en borst en
een gedrongen postuur: de roodhalsgans. Tenminste; wanneer de gans van
dichtbij te observeren is, want op afstand gaat de roodhalsgans vrijwel
schuil tussen de andere ganzen. Zelfs ervaren vogelaars hebben vaak grote
moeite met het ontdekken van 'die ene roodhals' tussen de duizenden
grazers. Roodhalsganzen broeden op de hoog-arctische toendra's aan de kust
of in rivierdelta's. Vaak broeden ze in kolonies, in de buurt van het nest
van een grote valkensoort. Deze treedt als 'uitsmijter' op tegen
roofdieren. De ganzen moeten natuurlijk wel op hun eigen jongen passen.
Over
de aantalsontwikkelingen van de roodhalsgans is niet veel bekend. De
situatie in de broedgebieden lijkt redelijk stabiel te zijn, maar vanwege
de geïsoleerde ligging van de schiereilanden waar deze soort broedt is
informatie nauwelijks voorhanden. De aantallen overwinterende
roodhalsganzen zijn in ieder geval laag.
Overwinterende
roodhalsganzen zijn, net als verwante ganzen zoals de rotgans en de
brandgans, aangewezen op voedselrijke (cultuur)graslanden. Het betreft een
zeldzame wintergast.
|