Het smelleken is de kleinste Europese valk. De vogel broedt in
noord-Europa. In de herfst trekt hij tegelijk met zijn prooien naar het
zuiden. In Nederland kan het smelleken gezien worden tussen september en
half mei. Een deel overwintert in Nederland en een deel trekt verder door.
De vogel komt in hier vooral voor in polders, langs riviermondingen en in
het waddengebied.
Het mannetje is van boven
leigrijs. De bovenkant van het vrouwtje is donkerbruin. Zowel het mannetje
als het vrouwtje hebben een lichtere onderkant.
Het smelleken jaagt
vooral op kleine vogels. Meer dan 80% van zijn prooien bestaat uit vogels
als piepers, leeuweriken, tapuiten, vinken en gorzen. De vogel probeert
zijn prooi te verrassen door snel en laag boven de grond te vliegen.
Daarbij vliegt hij de laatste paar meter als een grote lijster. Mogelijk
gebruikt hij dit als extra camouflage.
Halverwege de jaren
vijftig begonnen de aantallen smelleken snel te dalen. In sommige
gebieden halveerde het aantal per jaar. De grote boosdoeners waren giftige
stoffen als DDT, PCB's en kwik die of de volwassen vogels vergiftigde of
veel sterfte veroorzaakte onder de kuikens. Nu gaat het langzaam beter met
de soort.
|