Iets kleiner dan de Wilde
Eend. Opvallend is de gele vlek op het voorhoofd en de overigens rode kop.
Ze komen voor op meren met rijke onderwater- of drijvende vegetatie.
In tegenstelling tot
diverse andere eendensoorten duiken Smienten niet naar hun voedsel. Het
zijn echte slobberaars, die in het water hun voedsel vanaf het oppervlak
naar binnen halen.
De Smient broedt met name
op IJsland, het noordelijke deel van Groot-Brittannië, het Scandinavische
gebied en Noord-West-Rusland.
Komt in Nederland voor
als wintergast en zeldzame broedvogel. De Smient is tegenwoordig in
Nederland de meest algemene watervogelsoort. Althans in de winterperiode.
In strenge winters trekken veel exemplaren van deze soort door naar de
Britse eilanden, Noord-West-Frankrijk en Noord-Spanje.
De vogels die in
Nederland overwinteren, komen voornamelijk uit de noordelijke en
noordoostelijk gelegen landen. Tegen het einde van het najaar en in de
wintertijd verzamelen zich op diverse plaatsen grote groepen Smienten.
In Noord-Holland is de
Slooterplas, in het bekende natuurgebied het Twiske, zo'n plek. Het is de
grootste rustplaats voor deze soort in Noord-Holland. In oktober zijn de
aantallen er nog laag, maar in de loop van november verblijven er
gemiddeld 7.500 exemplaren. Vanaf half maart lopen de aantallen zeer snel
terug. Het gemiddelde seizoensmaximum in dit gebied is ruim 21.000
exemplaren. Dat is ruim vier procent van de winterpopulatie van
noordwestelijke wintervogels. Het gebied is dan ook van internationale
betekenis voor de Smient.
Aantal broedparen in
Nederland: 35-50 broedparen (1998)
|