Het is menigeen al
overkomen: in de winter tijdens het voeren van de vogels op de
voederplank flitst een grijze schim door de tuin en stuiven alle
zangvogels alarmerend de struiken in. Het is een typische waarneming van
een sperwer. Wie geluk heeft kan deze behendige achtervolger zien zitten
met een prooi: een koolmees of soms zelfs vogels zo groot als een Turkse
tortel of zanglijster. De gele iris valt dan op, net als de fijn
gebandeerde borst en de dunne maar krachtige, gele poten. Sperwers
hebben stompe vleugels met een relatief groot oppervlak. De vleugels
zijn veel breder dan van valken, waarvoor ze vaak worden aangezien.
Opvallend is het grote verschil in formaat tussen mannetje en vrouwtje.
Vrouwtjes zijn groter en zwaarder dan mannetjes en jagen op grotere
prooien dan mannetjes.
Sperwers komen in geheel
Europa voor, behalve in de echt boomloze gebieden. De grootste aantallen
zijn te vinden in het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Komt voor in
open bossen, maar ook in oudere parken en landgoederen en is in
Nederland een jaarvogel. Aantal broedparen in
Nederland: 4.000-5.000 broedparen (2000)
|