Voor
1950 broedden er geen turkse tortels in Nederland. Het is nauwelijks
voor te stellen hoe snel de uitbreiding van deze hoogproductieve broeder
zich heeft voltrokken. Dat komt doordat turkse tortels tot wel 5
broedsels per jaar groot kunnen brengen. De jongen uit het eerste legsel
doen een paar maanden later zelf al weer mee aan het voortplanting. Er
zijn weinig of geen vogels die zich zo snel kunnen vermenigvuldigen.
Komen
voor in
tuinen,
parken, stadscentra; het is zo gek niet te bedenken of de
ultra-flexibele turkse tortel weet zich er aan te passen en voldoende
voedsel te vinden om grote aantallen jongen groot te brengen. Het platte
nest van twijgen en stengels wordt gebouwd in een conifeer of met klimop
begroeide loofbomen.
|