Visdief, Sterna Hirundo / Common tern

Friesland, mei 2011




Voorkomen op zand- en schelpbanken met schaarse, soms halfhoge begroeiing, maar ook in moerassige streken of op bouwterreinen.

Visdieven zijn koloniegewijs broedende vogels van kustgebieden en visrijke wateren in het binnenland. Bij voorkeur wordt gebroed op eilandjes en andere voor grondpredatoren moeilijk bereikbare plaatsen met een vrijwel kale tot grazige bodem. Het voedsel bestaat bij voorkeur uit kleine rondvis, die meestal duikend bemachtigd wordt. Bij gebrek aan rondvis wordt overgeschakeld op kleine platvis, garnalen, kikkervisjes en dergelijke

Onze visdieven overwinteren langs de Westafrikaanse kust, van Mauretanië tot Nigeria.

De soort staat op de Rode Lijst vanwege de duidelijke afname van het aantal broedparen bij een beperkte verspreiding.

Het is niet duidelijk waarom het herstel van de visdief op een laag pitje blijft steken. Een aantal zaken speelt hierbij een rol. Ten eerste de voedselsituatie, die langs de kust door overbevissing en de uitvoering van de Deltawerken sterk veranderd is. Zo is het opvallend dat het broedsucces van visdieven in de Nederlandse Waddenzee minder is dan dat in de Duitse Waddenzee. In de binnenwateren speelt vertroebeling door toegenomen voedselrijkdom (eutrofiëring) waarschijnlijk een negatieve rol voor een oogjager als de visdief. De afname aan geschikte broedplaatsen kan plaatselijk een rol spelen. Het aanbrengen van nestvlotjes en broedeilandjes kan hier een oplossing zijn. Overigens schuwen visdieven de menselijke omgeving niet, zoals blijkt uit het broeden op verkeerspleinen, opgespoten terreinen en - incidenteel - platte grinddaken. Juist bij dit soort broedplaatsen is samenwerking tussen terreineigenaars en vogelbeschermers van groot belang; een goed voorbeeld hiervan zijn de tussen Vogelbescherming Nederland en Rijkswaterstaat gemaakte afspraken over het beheer van een kolonie op een verkeersplein nabij Amsterdam. Tot slot is nader onderzoek naar zaken als verontreiniging met giftige stoffen, de invloed daarvan op de visstand en de mate van verstoring op de broedplaatsen onontbeerlijk om een goede bescherming mogelijk te maken.

Aantal broedparen in Nederland: 18.300 broedparen (1998)



Texel, mei 2010


Texel, mei 2010


Texel, mei 2010


Lesbos, mei 2009


Lesbos, mei 2009


Lesbos, mei 2009


Zuid-Holland, april 2009


Tijdens de paring / mei 2006


Adult