Voorkomen op zand-
en schelpbanken met schaarse, soms halfhoge begroeiing, maar ook in
moerassige streken of op bouwterreinen.
Visdieven zijn
koloniegewijs broedende vogels van kustgebieden en visrijke wateren in het
binnenland. Bij voorkeur wordt gebroed op eilandjes en andere voor
grondpredatoren moeilijk bereikbare plaatsen met een vrijwel kale tot
grazige bodem. Het voedsel bestaat bij voorkeur uit kleine rondvis, die
meestal duikend bemachtigd wordt. Bij gebrek aan rondvis wordt
overgeschakeld op kleine platvis, garnalen, kikkervisjes en dergelijke
Onze visdieven
overwinteren langs de Westafrikaanse kust, van Mauretanië tot Nigeria.
De soort staat op de Rode
Lijst vanwege de duidelijke afname van het aantal broedparen bij een
beperkte verspreiding.
Het is niet duidelijk
waarom het herstel van de visdief op een laag pitje blijft steken. Een
aantal zaken speelt hierbij een rol. Ten eerste de voedselsituatie, die
langs de kust door overbevissing en de uitvoering van de Deltawerken sterk
veranderd is. Zo is het opvallend dat het broedsucces van visdieven in de
Nederlandse Waddenzee minder is dan dat in de Duitse Waddenzee. In de
binnenwateren speelt vertroebeling door toegenomen voedselrijkdom (eutrofiëring)
waarschijnlijk een negatieve rol voor een oogjager als de visdief. De
afname aan geschikte broedplaatsen kan plaatselijk een rol spelen. Het
aanbrengen van nestvlotjes en broedeilandjes kan hier een oplossing zijn.
Overigens schuwen visdieven de menselijke omgeving niet, zoals blijkt uit
het broeden op verkeerspleinen, opgespoten terreinen en - incidenteel -
platte grinddaken. Juist bij dit soort broedplaatsen is samenwerking
tussen terreineigenaars en vogelbeschermers van groot belang; een goed
voorbeeld hiervan zijn de tussen Vogelbescherming Nederland en
Rijkswaterstaat gemaakte afspraken over het beheer van een kolonie op een
verkeersplein nabij Amsterdam. Tot slot is nader onderzoek naar zaken als
verontreiniging met giftige stoffen, de invloed daarvan op de visstand en
de mate van verstoring op de broedplaatsen onontbeerlijk om een goede
bescherming mogelijk te maken.
Aantal broedparen in
Nederland: 18.300 broedparen (1998)
|