De Alk broedt in Europa op de rotskusten van
Noorwegen, Noord-Rusland, IJsland, Groot-Brittannië, Finland,
West-Groenland en in de Oostzee, en zelfs in enkele paren op Helgoland.
Alken nestelen op donkere plaatsen in kolonies met verspreid liggende
paren, vaak samen met Zeekoeten, in nissen en spleten en tussen
rotsblokken op klifrijke kusten en op voor de kust liggende
rotseilandjes.
Alken overwinteren 's winters bij voorkeur op ondiepe wateren in
Arctische tot gematigd warme Atlantische wateren en komen daarbij tot
in het westelijke deel van de Middellandse Zee. De broedkolonies zijn
's winters verlaten en dan zijn de Alken naar de visrijke gebieden rond
Schotland getrokken en verschijnen in die periode voor de kusten van
Nederland en België. Daar zijn zij echter het hele jaar door in kleine
aantallen waar te nemen, voornamelijk langs de kust van Noord-Holland.
Vanaf de Pier van IJmuiden krijgt men nog wel eens kans om er een paar
te zien.
|