Bontbekplevier, Charadrius hiaticula / Ringed plover

Schotland, juli 2010


Adult mannetje



Bontbekplevieren broeden in open, zilte kustgebieden en vergaren hun uit allerlei klein gedierte bestaande voedsel liefst op slikkige plekken. Daarnaast is de Bontbekplevier een echte pioniervogel, die zich vaak als eerste op een geschikt zanderig terreintje vestigt. Opgespoten bouwterreinen of droogvallende gronden komen hier het meest voor in aanmerking. Deze gebieden zijn lang niet altijd geschikt om er een broedsel groot te brengen. Daarvoor moeten er op niet te grote afstand ook nog geschikte voedselgebiedjes liggen, zoals slikveldjes of ondiepe plasjes. Dergelijke terreinen zijn vaak slechts kort te gebruiken en worden snel herschapen in woonwijken of industrieterrein.

De meeste Nederlandse bontbekken overwinteren langs de kusten van Zuidwest-Europa, maar in zachte winters komen velen niet verder dan het Deltagebied.

De soort staat op de Rode Lijst vanwege het geringe aantal broedparen en de gebondenheid aan kwetsbaar, weinig voorkomend broedbiotoop.

Bontbekken broeden binnen de landsgrenzen vooral in de Delta en in het Waddengebied. Daarbuiten zijn er tijdelijke vestigingen op opgespoten terreinen en dergelijke. Zo kwamen in de pas drooggelegde Flevopolders en Lauwersmeer flinke aantallen tot broeden. Ook bij de Deltawerken in Zuidwest-Nederland ontstond veel tijdelijke broedgelegenheid op werkeilanden en opgespoten terreinen. De totale populatie schommelt sinds de jaren zeventig tussen de 400 en 650 paar.

Aantal broedparen in Nederland: 380-390 (1998)



Schotland, juli 2010 / paar weken uit het ei


Texel, mei 2006


Texel, mei 2006