Dit kleine uiltje (16-20
cm) heeft twee veerpluimen op zijn kop. Soms zijn die 'oren' nauwelijks te
zien, maar bij onraad zet hij ze rechtop. Zijn grijze tot
roodbruine verenkleed overdekt met een fijne zwarte tekening maakt hem
overdag vrijwel onzichtbaar tegen boombast. Bij gevaar rekt hij zich uit
en wiegt zachtjes heen en weer om zoveel mogelijk op een tak te lijken.
De dwergooruil
jaagt vanuit een zitplaats, voornamelijk op insecten, die hij met een
duikvlucht vangt. Hij heeft een lage, fluitende roep die hij met
tussenpozen herhaalt.
Komt voor in Europa, west
en midden Azië en Afrika.
|