Kerkuil, Tyto Alba / Barn Owl

Nederland, mei 2021



AAdult


De kerkuil is een bewoner van (half)open landschappen, bij ons veelal het boerenland. Hij vestigt zich graag in gebouwen zoals schuren of kerktorens. Daar zoekt hij rustige, donkere schuilhoekjes als roestplaats voor overdag en als nestplaats. Kerkuilen leiden een teruggetrokken leven en worden als het donker is actief om in het open veld te jagen op vooral veldmuizen. Ze zijn in het algemeen plaatstrouw en gevoelig voor winters met langdurige vorst en sneeuw.

Broedperiode eind maart tot soms ver in het najaar. Zowel het aantal eieren per nest als het aantal broedsels hangt nauw samen met de veldmuizenstand. In veldmuizenrijke jaren kunnen legsels voorkomen tot 12 eieren. Daarna kan een tweede broedsel volgen, soms nog een derde. In tijden van voedselschaarste beginnen kerkuilen niet eens aan een nest. Gemiddeld bestaat een legsel uit 4-7 eieren. Broedt in ons land veelal in speciale nestkasten, heel incidenteel in boomholten. Jongen komen niet gelijktijdig uit het ei.