Kruisbek, Loxia curvirostra / Common Crossbill |
Overijssel, september 2013 | |
|
||
|
||
Adult mannetje |
||
De kruisbek (Loxia curvirostra) is een zangvogel uit de familie van de vinkachtigen (Fringillidae). Ze worden ongeveer 16 cm groot. De vogel leeft en nestelt in dennenbossen. De snavelpunten zijn gekruist, zodat ze goed zaden uit sparrenkegels kunnen halen. Als er weinig kegels zijn, gaan de vogels rondzwerven op zoek naar voedsel en komen dan soms ook in grote aantallen naar Nederland. De gekruiste snavel is overigens niet altijd even gemakkelijk te zien. Het mannetje is oranjerood en het vrouwtje is groen. Worden vaak verward met de Grote Kruisbek die in Nederland veel zeldzamer is. Veel Kruisbekken broeden al in februari, omdat er dan veel dennenzaden en sparrenzaden voorhanden zijn. Het nest is een stevig komvormig bouwsel, met een ondiepe binnenkom van haren en veren. Het vrouwtje broedt de drie tot vier eieren in drie weken uit, de sterk gestreepte kuikens verlaten pas na ruim drie weken het nest, ze ontwikkelen zich ongewoon langzaam. Vergeleken met vogels van hun grootte, broeden ze langer en worden de jongen ook veel langer gevoerd. Ze zijn pas na een maand voeren zelfstandig. De eerste drie weken van hun leven is de snavel nog recht. De vogels eten zaden van sparren, dennen en lariksen, door de kop zijdelings langs de kegel te houden, worden de zaden eruit gepeuterd. Deze oliehoudende zaden bevatten weinig water, dus moeten Kruisbekken regelmatig drinken. In de zomer eet de Kruisbek ook bladluizen, rupsen, zaden van onkruiden, grassen, distels en bessen. Omdat de vruchtoogst van jaar tot jaar verschilt, variėren de aantallen ook enorm. Het zijn bij ons zowel standvogels als invasievogels. Aantallen variėren enorm per jaar, afhankelijk van de vruchtoogst van dennen en sparren (in 1998 2500 3500, in 2000 minder dan 100). |
||
Vrouwtje
|
||