Het mannetje is onmiskenbaar
met de clowneske kop. Het vrouwtje daarentegen moeilijk te herkennen door
het zeer gewone verenkleed wat overwegend bruin is. Het mannetje heeft een
overwegend witte kop met zwarte oog en achterkop vlek. De buik is
geelachtig roze en de vleugels aan de bovenkant vooral zwart.
In Nederland een zeer zeldzame dwaalgast hoogstwaarschijnlijk uit
Noorwegen waar het grootste gedeelte van de Europese overwinteraars
verblijft.
Broedt in de
onherbergzame toendra's van het poolgebied in Alaska en Siberië.