Hoewel het mannetje en
het vrouwtje van de zwartkop verschillende kleuren hebben, zijn de
overeenkomsten duidelijk. Bij beide geslachten is de bovenzijde donkerder
van kleur en is er een kopkap aanwezig. Bij het mannetje is het verenkleed
grijs met een zwarte kopkap, terwijl het vrouwtje een grijsbruin
verenkleed heeft met een bruine kopkap. Jonge vogels lijken op het
vrouwtje. Bij jonge mannetjes komt het zwart het eerst door aan de
onderzijde van de veren, zodat het bruin het laatst uit de toppen van de
veren verdwijnt.
De zwartkop is meestal verscholen in dicht struikgewas en laat dan alleen
zijn zang horen. De zang begint met een gekwetter en gaat dan met een
duidelijke overslag over in zuivere fluittonen.
Slechts een klein deel van de populatie zwartkoppen overwintert in
Nederland, de meeste vogels trekken naar het Middellandse-Zeegebied.
Het aantal broedparen
ligt op 300.000
|